5 tips voor winterkamperen
Het is fantastisch om op een zonnige, koude dag je tent op te zetten op een mooi stukje natuur. Eerst nog een wandeling maken en daarna takken zoeken in het bos om het vuur aan te steken en iets warms klaar te maken. ‘s Avonds dan de tent inkruipen onder veel te dikke dekens in een mummyslaapzak mét muts op en sokken aan.
Zegt het je iets? Wil je het eens proberen?
Lees dan onze tips en misschien ga je het even fijn vinden als wij. Oscar (6) en Ella (4) vinden het zalig. We deden het al toen ze een paar maanden oud waren! Ze genieten even goed als wij van het buitenzijn, de koude lucht, en de mooie zonsopgangen en -ondergangen die erbij horen.
tip 1: kies je tent
Als je een tent kiest om te gaan winterkamperen, kijk dan eens of je een vierseizoenstent kan vinden. Die heeft een wat steviger onderzeil en bijvoorbeeld boorden onderaan die de koude wat meer buiten houden. Wij hebben twee vierseizoenstenten die er totaal verschillend uitzien. Een canvastent met een stevig canvasdoek én een houtkacheltje erin. En een lichtgewicht trekkerstent die laag bij de grond blijft en lekker goed afsluit. De lage tent heeft als voordeel dat de ruimte kleiner is en de warmte dus iets dichter bij ons blijft. De canvastent kunnen we dan weer met kachel gebruiken om de koude avonden warmer te maken of om ‘s morgens lekker aan het vuur nog in onze slaapzak van ons ontbijt te genieten.
tip 2: slaap warm
Wij slapen bij koude temperaturen (rond het vriespunt) altijd met een thermische onderlaag. Daarboven doen we een pyjama aan. We houden warme sokken aan en zetten vaak een muts op ons hoofd. We hebben warme mummyslaapzakken met een kap met een comforttemperatuur van een graad of 1. We leggen ook telkens nog een warm deken (of twee :-)) op ons. We liggen dicht bij elkaar en gaan vroeg slapen om niet té veel af te koelen ‘s avonds. Meestal slapen we heerlijk.
We liggen op zelfopblaasbare slaapmatjes (van die hele dunne) maar vaak leggen we er nog een fleecedeken onder, om niet rechtstreeks op het koude onderzeil te liggen. Wat ook helpt, is een aluminium reddingsdeken onder het tentzeil leggen. Dat isoleert enorm.
tip 3: kleed je warm overdag
Ook overdag hebben we een thermische onderlaag aan en daarover veel laagjes. Als het écht koud is, is onze bovenste laag een dikke winterjas. We dragen een nekbeschermer of buff, een muts en handschoenen. Tijdens het wandelen hebben we het zelden koud, en als we weer aan de tent komen, gaat meteen het vuur aan. Aan onze voeten hebben we winterlaarzen. Dat ziet eruit als regenlaarzen maar heeft een warme binnenlaag. Die zijn heerlijk warm en zitten supercomfortabel.
tip 4: steek het vuur aan
Vuur maken hoort er natuurlijk helemaal bij, bij winterkamperen. Takken zoeken in het bos en bij valavond het vuur aan steken. Of ook ‘s morgens, om te ontbijten, om op te warmen aan het vuur en thee te drinken om de dag warm te starten. Check altijd even op voorhand of het mag, een open vuur maken. Op onze laatste winterkampeerplek was het geen probleem. Daar was een vuurplaats op het terrein en konden we hout sprokkelen in het bos vlakbij.
tip 5: breng genoeg gezelschapspelletjes of boeken mee
De avonden kunnen lang zijn! Zeker als je buiten geen open vuur kunt maakt op de plek waar je kampeert. Dan moet je vroeg de tent in om warm te blijven. Niets leuker om dan te genieten van gezelschapspelletjes of boeken lezen.
Zijn er voordelen aan winterkamperen? Zeker!
Er zijn amper insecten in de winter. Geen wespen, geen muggen … daar heb je allemaal geen last van als het koud is.
Je hoeft je eten amper koel te houden want buiten is het koud genoeg. Een koelkast heb je bijna niet nodig, en je hoeft niet bang te zijn dat je eten bederft in de zon.
Je apprecieert iedere zonnestraal die er is. Wij genieten intens van de zon van zodra ze schijnt en pikken iedere zonnestraal mee om ons aan op te warmen.
Je versterkt je immuniteit. Door buiten te leven, ook bij koude temperaturen, word je sterk en gezond. Je voelt dat je leeft en je laadt er enorm van op.
Het vuur kan heel vroeg op de avond aan want het is snel donker. Zo kunnen de kindjes ook optimaal van het vuur genieten en hebben ze de indruk dat ze ‘laat’ mogen opblijven :-)
En het is overal rustig. Er zijn niet veel mensen die hetzelfde doen dus je hebt de natuur helemaal voor je alleen. Zalig vinden wij dat.
