Wintervakantie in Seiser Alm
10 dagen (in januari)
met twee kindjes (4 en 6)
op een boerderij
In het hartje van de Dolomieten, in de regio Zuid-Tirol in Italië, ligt Seiser Alm, de grootste bergweide of alm van Europa. Wij gingen ernaar toe in januari voor een avontuurlijke wintervakantie. Niet om te skieën (Seiser Alm is ook een skigebied) maar wel om te wandelen én te sleeën. We logeerden op een boerderij van Rode Haan, in Seis am Schlern.
De boerderij
De boerderij, Patenerhof in Seis am Schlern (Kastelruth), is prachtig gelegen. Vanop ons terras hebben we uitzicht op ‘Punta Santner’, een piek van 2414 meter hoog. We zien hem als de zon opkomt en weer ondergaat, in alle kleuren blauw en rood, met een stralende lucht op de achtergrond, maar ook omhuld met een dikke laag mist. Die hoge bergpiek wordt al gauw ons favoriete uitzicht en we kunnen er maar geen genoeg van krijgen.
Paternerhof is, net als alle boerderijen van Rode Haan, een boerderij in volle bedrijvigheid. En de kindjes mogen helpen! Dat moet je Oscar (6) en Ella (4) geen twee keer vragen. Er zijn koeien, geiten en schapen, kippen, poezen en konijnen. De kindjes nemen hun taak heel serieus en staan iedere morgen én avond klaar om de dieren eten te geven en te aaien. De boerderij is verder ook helemaal op kinderen gericht: er is een speeltuin, een zandbak (wat moeilijk in de sneeuw), een boomstam met takken om op te klimmen en veel speelgoed voor wie wil.
Seiser Alm
Vanop de boerderij is Seiser Alm heel gemakkelijk te bereiken. Er zijn drie opties: met de auto, de kabelbaan of de bus.
Met de auto is het maar een kwartiertje rijden tot op de eerste parking: Parkplatz P1 Spitzbühl. De parking is gratis maar je moet er wel vóór 9u ‘s morgens naartoe. De weg wordt namelijk afgesloten van 9u tot 17u, dat zijn de uren waarop de kabelbaan gaat. Kom zeker op tijd want op mooie dagen is de parking snel vol. De weg is smal en bochtig maar wel goed berijdbaar. Tenzij er veel sneeuw gevallen is, dan kan de weg er glad bij liggen, en de parking ook! Dan doe je er goed aan om sneeuwkettingen bij te hebben. Vanop deze eerste parking kan je makkelijk beginnen te wandelen, bijvoorbeeld naar de Spitzbühlhütte. Je kan ook nog een beetje hoger rijden, naar de betalende autoparking van Compatsch. Dan sta je dichter bij waar de kabelbaan boven komt. Daar betaal je 19 euro per dag.
De kabelbaan gaat van Seis am Schlern naar Compatsch (1844 m) in ongeveer 12 minuten. Er is genoeg parking aan de kabelbaan: er zijn zowel gratis als betalende plaatsen. De overdekte plaatsen zijn betalend maar niet duur (ongeveer 3 euro voor een hele dag). Je kan ter plaatse aan de loketten een ticketje heen en terug kopen. Je koopt dus geen skipas maar alleen een ritje met de kabellift. Wij betaalden 38 euro voor twee volwassenen heen en terug. Kindjes onder de acht jaar mogen gratis mee. Je komt boven bij Compatsch, de start van veel wandelingen en skiliften. Hier kan je bijvoorbeeld de wandeling naar de Puflatschhut starten. Het is een drukke plek omdat alle skiërs hier samen komen. Maar wees gerust, de drukte kan je snel achter je laten als je begint te wandelen.
Vanuit Kastelruth en Seis rijdt er ook een bus naar boven: de Seiser Alm Express (lijn 10). Voor een ritje heen en terug betaal je 19 euro per volwassene. Meer informatie vind je hier.
Wij zijn zowel met de auto als met de kabelbaan naar boven gegaan, afhankelijk van hoe vroeg we op pad waren die dag.
Wandelen én sleeën
Seiser Alm is prachtig om te wandelen. De wandelpaden zijn duidelijk zichtbaar en de sneeuw wordt een klein beetje aangedrukt zodat je makkelijk door de sneeuw kunt gaan. Wist je dat Zuid-Tirol 300 dagen per jaar zon heeft? Verwacht je dus maar aan knalblauwe lucht en héél mooie uitzichten. De natuur op Seiser Alm is overweldigend mooi. Je moet de skiliften even voorbij maar al gauw kom je in uiterst rustig wandelgebied waar het is stil en fantastisch wandelen is.
Wij nemen telkens twee sleeën mee naar boven. Zo kunnen we Oscar en Ella voorttrekken door de sneeuw. Geweldig vinden ze dat. Op de steile stukken moet er natuurlijk zelf gestapt worden maar zo krijgen ze het het warm dus dat is mooi meegenomen. En als grote verrassing wacht ons op de top altijd een sleeroute naar weer beneden. Dan gaan we met z’n allen de slee op en zoeven we naar beneden. Niets leuker dan dat!
We namen een gratis wandelkaartje mee aan de kabelbaan en stippelden onze routes zelf uit. We maakten bijvoorbeeld wandelingen naar de Hexenbänke, de Williamshütte en Spitzbühlhütte. Een uitgebreid verslag van onze wandelingen vind je hier.
Schaatsen op een natuurlijk ijsmeer
Om wat afwisseling te brengen, maken we ook een uitstap naar Völser Weiher. Dat is een prachtig natuurlijk ijsmeer (en in de zomer een zwemmeer) in het bos. Het meer ligt op tien kilometer rijden van Seis am Schlern. Je kan er schaatsen huren voor groot en klein (wij betaalden 21 euro voor een hele dag voor drie paar schaatsen) en de toegang tot het meer is gratis. Wij waren er toevallig redelijk vroeg (rond 10 uur ‘s morgens) en hadden het meer bijna voor ons alleen. Het schaatsen was uiteraard met vallen en opstaan, maar we hebben er ontzettend hard van genoten.
Aan het meer start een wandeling naar Tuff Alm, een hut op 1200 meter hoogte. Wij nemen route nummer 1, door het bos omhoog. Het pad is smal en steil dus we kunnen de kindjes niet naar boven trekken op de slee. Na een uurtje klimmen, komen we op een heel mooie plek aan de hut. Het is een fantastische plek om wat te rusten, te sleeën of iets te eten of drinken. De terugweg doen we - uiteraard - per slee. We zoeven via de 1B-wandelweg weer naar beneden. Geweldig is dat toch, om nooit genoeg van te krijgen. We komen weer langs het ijsmeer, dat nu in de namiddag veel drukker is, door gezinnen, jongeren, kinderen uit de buurt die ijshockey komen spelen of komen schaatsen tot de zon ondergaat. Fantastische plek en een mooie afsluiter van een avontuurlijke vakantie in de sneeuw!